Openingsspel

Begin september begon de Schaakclub Ten Boer weer met het nieuwe seizoen in hoofdzaak bestaand uit de interne clubcompetitie, de externe competitie in de Nosbo en de strijd om de snelschaaktitel om de beroemde 'Mien-bokaal'.

 Als club wordt met één team (achttal) in de Noordelijke Schaakbond gespeeld. De start had beter gekund, want in de NOSBO-competitie werd begonnen met 3-5 verlies tegen Roden. Voor een verslag zie Alberts Schaakblog. Op dinsdag 5 november kan mogelijk al revanche genomen worden, maar dan voor de beker.

In de onderlinge competitie om het clubkampioenschap begon ik tegen concurrent Jan Pilon. Met zwart spelend wilde ik de competitie eens rustig beginnen dit keer. Jan had een heel ander idee over de aanpak, zo leek dat tenminste voor mij vlak na het openingsspel.
Na een paar zetten dacht ik, dat hij zich geweldig had voorbereid op onze ontmoeting, omdat op subtiele wijze de strijd werd geopend via de lange diagonaal h1-a8.

Opeens besefte ik dat, als ik niet oppaste, het wel eens een brute overval kon worden. Ik berustte in pionverlies en koos voor stukkenontwikkeling. Hierna begon de strijd pas echt.

Jan Pilon - Klaas Dijkhuizen (onderlinge competitie SC Ten Boer, 10 september 2013)

1. g3 e5 2. Lg2 d5 3. c4 c6 4. cxd5 cxd5 5. d4 e4 6. f3 (een ander idee is hier Ph3, zodat in elk geval ook de korte rokade is voorbereid)  ... Pf6  7. Pc3 Le7 

Zwart berust in pionverlies. Hardnekkige verdediging van e4 of ruil op f3 kost tijd en levert dus ontwikkelingsachterstand op. Ook het gevaar op de lange diagonaal h1-a8 kan dan wel eens te groot worden. Pionwinst voor wit dus, maar wel ten koste van zijn ontwikkeling.

8. fxe4  dxe4 9. Pxe4 Pxe4 10. Lxe4 O-O 

Een ongewone stand na tien zetten. De computer beoordeelt een en ander nog als positief voor wit. Ik verwachtte nu Pf3 als voorbereiding voor de rokade en zag nog geen aanknopingspunten voor zwart behalve de nog niet gerokeerde koning van wit in het midden. Dat zou misschien kansen geven.

11. e3 !? Jan verliest nog eens onnodig tijd en sluit ook nog eens zijn Lc1 voor lange tijd de pas af. Pf3 lijkt hier de aangewezen zet.
11. .... Te8 (dreigt Lb4† met winst van Le4) 12. Df3  (Dd3 is beter zegt de computer. O.a. veld f3 blijft dan vrij voor Pf3 en na f5 volgt nog eens pionwinst na Db3 en Lxb7) 12. ... Pc6 

Een bewuste keus, want de ontwikkeling is nu nagenoeg voltooid. Gaat wit in op de keus voor pionwinst via ruil op c6 dan blijft hij nog verder achter in ontwikkeling en nog steeds staat zijn koning in het midden. Hoe daarvan te profiteren was echter nog steeds de vraag.

13. Pe2 Lb4† (rekenend op Kf2 waarna een eventueel Te6-f6 in beeld komt. Wit is grote moeilijkheden. Ook na Ld2 komt de partijvoortzetting in beeld.) 14. Kd1?

 Dit had ik zeker niet verwacht. Nu is het hek helemaal van de dam. De open lijnen, de enorme activiteit van de zwarte stukken moet genoeg zijn voor een mooie winst, maar hoe?  14. ... Pe5  (Wit profiteert direct van de penning van de koning) 15. Dg2 Pg4 (dreigt Txe4, Dxe4  en Pf2† met damewinst) 

16. h3 Txe4 17. hxg4 Dd5! (Zwart laat niet meer los, weer dreigt damewinst na Txd4†) 

18. Dh2 h6 19. g5 Lg4 20. gxh6 Txd4+! en wit geeft op. 


Het is mat in zeven zetten. Hoe? Op bijzonder fraaie wijze gaat het zelfs, maar dat kan en mag de lezer zelf uitpuzzelen of nalezen onderaan.

 De slotstelling laat nog eens in optima forma zien hoe belangrijk de ontwikkeling en de activiteit van stukken is. Pionwinst in de opening kan, maar het houdt een risico in als je deze koste wat het kost wil behouden. Lc1, Ta1 en weliswaar in aanvalspositie ook Th1 zijn onaangeroerd, Ta8 staat klaar om met het slotgala mee te doen.




De oplossing in de slotstand:

Het is mat na e3xd4 Dd5xd4+ Kd1-c2 Ta8-c8+ Pe2-c3 Tc8xc3+ b2xc3 Dd4xc3+ Kc2-b1 Lg4-f5+ Dh2-c2 Lf5xc2+