maandag 5 november 2012

Sint Maarten - graaicultuur


In mijn jeugd was snoep een zeldzaam verschijnsel. Op een zomerse zaterdag had je misschien eens geluk om bij mooi weer een ijsje te krijgen. In de winter bij het spaarzame winkelen een HEMA-worst in "stad", een culinair hoogtepunt.

11, eh 10,  november is de dag
's Middags na school vrijwel altijd twee meelkoekjes of kaakjes en stiekem soms nog een derde. Moeder had het natuurlijk niet door. En dan, een heel enkele keer mochten we op zaterdagmiddag naar het wekelijks voorbijrijdende Citroën-busje rennen als we tenminste snel waren. Eerst zeuren bij pa en ma om een kwartje en dan bij toestemming patat. Voor ons destijds een bijna een exotisch gerecht.

Snoep was gewoon niet belangrijk en was je ook gewoon niet mee bezig. Het klinkt haast ongelooflijk in deze tijd, maar het is waar. Ja, met Sinterklaas was er een korte periode met speculaas, pepernoten en marsepein, maar dan had je het wel gehad.



Volksfeest

Sint Maarten was toen ook nog een volksfeest en Ten Boer was toen nog klein. Met de juiste snelheid, vlak na schooltijd en een goede logistieke planning zou het in theorie mogelijk zijn immers het hele dorp plat te zingen.
Verder moest het Sint-Maarten-liedje hooguit zes regels hebben en met een beetje geluk vond je aansluiting bij een groepje, dat bij een huis net de laatste regel zong.

Met je klasgenoten de volgende dag dikke verhalen over wie het meest en het langst had gelopen en welke inwoners het meeste hadden gegeven. Je was pas echt de man of vrouw als je echter veel had verdiend. Geen snoep beste lezers, maar geld! Niemand, vooruit de meesten dan, in mijn klas interesseerde zich voor het snoep. Je wilde geld verdienen.

Snoep, wat snoep?

Het snoep kon me dan ook echt gestolen worden. Ik was zelfs teleurgesteld bij taai-taai of iets dergelijks, maar misschien was dat al een eerste aanwijzing voor mijn latere loopbaan. Verder waren winkels toen gewoon onderdeel van de huizenrijen en zelden een bijzondere stop voor de jeugd.
Sint-Maarten, de echte
 Boeren en de betere buurten, die moest je hebben. Dat waren de kanshebbers voor een dubbeltje en dus bovengemiddelde inkomsten. Een enkele boer gaf zelfs een kwartje, omdat je de verre tocht er voor over had, maar het laatste kostte vaak weer te veel tijd. De meeste bewoners gaven echter centen tot hooguit een stuiver.

Je hoorde er de volgende dag pas echt bij als je over de vijf gulden was gekomen (Voor de huidige jeugd: gedeeld door twee min 10% dus ongeveer € 2,25). Voor dat bedrag was je echt bereid tot het uiterste te gaan. Toch ging de pijp meestal na zo'n drie uur uit, honger, de straten raakten leger en ook jij besluit tenslotte met je broer naar huis te gaan.
 "Weer niet gelukt om heel Ten Boer te doen", dacht ik elk jaar. "Dan volgend jaar maar", beloofde ik mijzelf, me niet realiserend dat Ten Boer alleen maar groter werd.

Graaicultuur

Een volksfeest is het al lang niet meer. Geld geven is een uitzondering geworden. 't Is allemaal snoep, een ongezonde dikmaker.
Nu komen bij de meeste bewoners nog maar een anderhalve man en een paardekop. Sommigen blijven er zelfs speciaal voor thuis of komen speciaal voor het Sint-Maarten van het werk eerder naar huis. Eigenlijk een zinloze exercitie voor die paar kinderen.

Het, zekerheidshalve, vele ingekochte snoep wordt voor het merendeel niet meer uitgedeeld, want er komt toch bijna niemand meer langs.
Volksfeest of graaicultuur?
Het is dan ook al lang geen volksfeest meer, maar het is een graaifeest is het geworden. Zoon- of dochterlief wordt massaal richting winkelcentrum gedirigeerd of zelfs met de auto daar afgezet, want daar wordt (te) veel uitgedeeld. Sommige kinderen weten misschien zelfs niet anders dan dat er alleen winkeliers bezocht moeten worden. Of er nog mooi gezongen wordt, is ook bijzaak geworden.

 Dat deze zakenlui zich hiermee inlaten in crisistijd. Het kost geld, bij kou langdurig de deur open, de entree versperd voor de overige cliëntele en tijdrovend. Een volksfeest is het dus al lang niet meer, want de overige inwoners zien vrijwel geen kind meer. Niemand die het ziet, durft te zeggen of, nog erger, durft te schrijven.

Eigenlijk is het huidige Sint-Maarten dan ook gewoon een afspiegeling van de huidige maatschappij. Niemand stelt er kennelijk meer vragen bij of over. Veel en snel incasseren, is het motto geworden.
En waarvoor? Voor snoep dat in een grote tas of mand belandt, waarvan slechts de helft wordt opgegeten en de rest vanwege het verstrijken van de houdbaarheidsdatum wordt weggegooid.

Kom op ouders, kinderen en winkeliers. Maak er weer een volksfeest van en ga weer bij de deuren van de mensen langs. Winkeliers: "Sluit die winkeldeur voor hun en stuur ze de buurt weer in".

En al dat snoep. Ze hebben vaak helemaal niet door dat ze het niet opeten, weggegooid "geld" dus.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Dramatisch Omlandia 1 door Holwierde van de mat geblazen

'Opvreten'  Zaterdag 20 april. De opwarming van de aarde lijkt ten einde, want het is de zoveelste buiïge en frisse aprildag. Sneeuw...