donderdag 9 november 2023

Hardlooprondje 'om de wereld'

Tot hier en niet verder
Begonnen aan het 2e rondje om de aardbol

In 1981 stopte ik halverwege het seizoen pardoes met voetbal. Terwijl ik (te) vaak met de bal al bij de cornervlag stond, moest de rest van het team wegens conditiegebrek meestal nog over de middellijn komen. Afspeelmogelijkheden waren letterlijk en figuurlijk ver te zoeken. Er waren grenzen aan mijn speelplezier en dat was in dit geval toen ergens in januari op die achterlijn. Ik stopte met voetbal.

Waarom je ook als 23-jarige met een conditie van een paard in Omlandia 4 werd 'gestald', is mij tot op heden een raadsel. Of Omlandia wilde me graag weer kwijt of het zal gewoon een niet perfect technisch beleid geweest zijn. Bescheidenheid en verlegenheid voorkwam een protest. 

Ik ging daarom nog meer rennen, zwemmen, fietsen, één keer per jaar in de Sportrecreade de kwart- of achtste-triatlon en badmintonnen. En schaken natuurlijk. Hoeveel winstpunten ik in deze denksport door mijn conditie heb behaald in de slotfase is ontelbaar. En onze Europese regering zegt sinds twee jaar, dat schaken geen sport is. Onbegrijpelijk.

Na een schaakpartij van vier uur ben ik soms meer gesloopt dan vroeger bij een voetbalpartijtje met gemiddeld maar 55-65 minuten beweging of na een halve marathon. De conditie in de slotfase van een wedstrijd is bovengemiddeld doorslaggevend voor de einduitslag. Iets wat door menig trainer en speler wordt onderschat en hoe belangrijk dit is in zijn of haar sport. 

Stel, dat ik voetbaltrainer was, dan was conditie één van de speerpunten in het programma. Tweede is bij mij het positionele spel, bij FC Groningen al meer dan zes jaar een drama. Dan een speler (of meer) vinden die het overzicht houdt en het spel verdeelt, en dan pas de poppetjes elders op basis van techniek, fysiek en karakter. Maar, ik ben geen trainer.

Wintercurve
Het meest gebruikte parcours

Ik ging dus rennen. En degenen die me een beetje kennen, en de goede bloglezers zullen het vermoedelijk al begrijpen, dat rennen heb ik voor een groot deel vastgelegd voor analysedoeleinden. Meten is weten. In cijfers t.w. afstand, tijd, tijd per kilometer, voortschrijdend km-gemiddelde en laatste 10x hardlopen-km-gemiddelde.

Je ziet ook de wintertrend in die cijfers. Je loopt in de kou wat langzamer. Meer kleding en dus extra gewicht, het is kouder en de motivatie bij slecht weer neemt iets af, in het algemeen heb je wat minder beweging in de winter en je eet vaak meer vanwege feestdagen etc. en wordt vaak wat zwaarder. Daardoor daalden de prestaties in de winterperiode enigszins in vergelijking met de rest van het jaar. Bij mij zo'n dikke zeven procent. Vanaf de lente steevast terug trainend naar het oude niveau. Tot een leeftijd van zo'n 50 jaar blijft dit wel te doen.

Het rennen en sporten bleef. Jaar naar jaar, zomer en winter, in de soms pikzwarte duisternis van het platteland, in de regen, wind, mist, sneeuw en hagel, en met de regelmaat van een Zwitserse klok. Slecht weer was geen reden om thuis te blijven. Eén keer in zware regen en inktzwarte duisternis raakte ik zelfs gedesoriënteerd en raakte even het spoor bijster. Het was geen prettig gevoel.

Eens bij meer dan -10º gelopen. Dat was te koud in mijn geval. Toen heb ik wel de grens gelegd bij circa -7º en geen wind. Nu zorgt thermische kleding inmiddels voor betere sportomstandigheden bij zulks weer.

Dat rennen doe ik nu inmiddels bijna 43 jaar lang. Hoogtepunt: twee marathons in 2007 en 2008 (tijd: 3u 23) in Rotterdam. Mijn instinct zei me erna, dat een dergelijke afstand toch niet goed was voor mijn (het) lichaam. Na mijn 50e begon een langzaam inzakkende km-tijd. Eerst was dit 'onacceptabel', maar later lees je in een sportblad, dat het biologisch allemaal zo bepaald is. De tand des tijds dus. Ruwweg één minuut per jaar wordt de 10-km-tijd bij de meeste mensen vanaf je 50e langzamer. Ik weet het tot op heden te beperken tot 45 seconden per jaar. 

Eten en drinken

Stoer vond ik het eerst om in een voetbalwedstrijd of lange wielrentocht weinig te drinken. Stoer is in dit geval een heel slechte omschrijving. Stom, bijzonder stom is een veel betere omschrijving. Eigenlijk ook het toppunt van logica (weet ik nu). Net als in een riool moeten de afvalstoffen in het lichaam met vocht en water worden afgevoerd. Dat is voor of achter in het lichaam, maar het gebeurt met vocht. "Da's logisch", zou Cruijff zeggen.

Als je niet drinkt en toch een lange tocht op de racefiets maakt, kom je er wel op bijzonder pijnlijke wijze achter dat dit niet slim is. Ik zal er maar niet over uitweiden. Mijn advies nu: drink onderweg met grote regelmaat, om de zoveel tijd en sla het niet / nooit   over. Hongerklop is trouwens ook geen pretje bij duursporten. 'Eet op tijd' is ook hier het advies.

Ochtendtrend


Ook nooit had ik in mijn jongere jaren gedacht, dat ik in de ochtend zou gaan sporten, laat staan rennen. Hoe snel je soms vastgeroeste gewoontes en denkbeelden opzij weet te zetten, is ongelooflijk. Twee kinderen en drukke banen zorgden vanaf 1998 voor een totaal andere dag-agenda en indeling. Zwemmen om zeven uur 's ochtends kwam daarom al snel als eerste verandering opdagen. 

Later kwam ook het hardlopen in de ochtend er bij. Meestal op een glas jus d'orange, en met of soms ook zonder een (stukje) banaan. Het resultaat was ongekend. Je loopt heel vaak sneller als later op de dag. De reden: 's ochtends ben je gewoon belangrijk lichter dan 's avonds en dat scheelt seconden. En als je sneller gaat, zet je natuurlijk direct alle ouderwetse principes als sporter opzij. En de ochtend is bij zonsopkomst vaak wonderschoon en een gratis bijkomstigheid. En tot slot, het is een superstart van de werkdag.

Om de wereld

Het is november 2023. Met Polar en Strava en een kleine extrapolatie en schattingen van de soms ontbrekende perioden kom ik intussen (1981 - november 2023) tot ruim 41.000 km hardlopen.

  • Gemiddelde snelheid over deze 43 jaren: 13,8 km p/u. 
  • Gemiddeld totaal: 1000 km p/jr, naast het fietsen en zwemmen. 
  • Uitschieters qua snelheid in de jonge jaren waren er naar 16 km p/u op afstanden kleiner dan 10 km. 
  • Dieptepunt de slotfase van de eerste Rotterdam-marathon (km 35-42) met ongeveer 9 km p/u.
  • Trots op 2x een plek bij de eerste honderd lopers op de "4 mijl van Groningen" in de jaren negentig.
Aangezien de aarde een omtrek van 40.000 km kent, betekent dat inmiddels het tweede rondje om de aarde in gang gezet is. 
De snelheid zakte dit jaar wel - de natuur is genadeloos - terug naar een kleine 12 km. De prognose is daarom voorlopig dat bij leven en welzijn ergens in 2063 op 106-jarige leeftijd het tweede rondje kan worden volgemaakt. We gaan er voor!











Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Eenrichtingsverkeer bij Omlandia 1 tegen ZNC

  Keeperswisseling Zaterdag 14 december. Het is de zoveelste kille en grijze decemberdag. Later ook nog een miezerige dag. De laatste offici...