Kies een sport of andere passie en ga er voor. Blijf je best doen en blijf in je droom geloven en succes zal vroeg of laat volgen. Een hardloopverhaal.
Daar sta je dan als 14 jarige. Het is 1971 en voor het eerst
wordt er in de Gemeente Ten Boer een sportweek gehouden. Gek van sport en
liefhebber van vrijwel alle atletiekonderdelen wordt deze tiener voor het eerst
opgezadeld met een complete mini-Olympische Spelen. Geweldig toch!
Initiatiefnemer en organisator van deze sportweek was Jannes Nijboer, tot op
heden actief in de organisatie, welke juist zijn 41e editie achter
de rug heeft. Wat kun je als jongeling je nog meer wensen?
Aangezien ik, Klaas Dijkhuizen, toen het voornemen had om in
elke sport goed te worden en zo niet op zijn minst ergens een wereldkampioenschap
zou behalen, kwam de Sportweek bij dit doel goed van pas. Je moet tenslotte
ergens beginnen en dan moet je de lat vooral (niet te) hoog leggen, toch?
Al in
april, als de folder in de bus valt, begonnen de zenuwen lichtelijk op te
spelen. Maar er moest gewacht worden tot augustus, voordat de Ten Boersters eindelijk
los konden. Trainen deed je de hele zomer toen nog op straat. Wielrennen om het
blokje Gaykingastraat en Triezenbergstraat, om Dijkshorn of een blokje
Stadsweg, H.Westerstraat en Wigboldstraat. Met ware doodsverachting door de
bochten, dat kon toen nog. Nu zou het bijna gegarandeerd je dood worden met het
huidige verkeer. Verder vrijwel dagelijks, soms meerdere keren, zwemmen in het nog
redelijk nieuwe zwembad en natuurlijk voetballen. Op straat spelen kon nog
overal en dit alles stond dan ook bij de jeugd van Ten Boer ook bijna continu
op het programma en zeker in de zomervakantie.
Dan is het zover. Het is augustus, de eerste sportweek
begint. Eindelijk kunnen we los. Nog geen splitsing in junioren en senioren in
de diverse sportonderdelen en u raadt het al, de jeugd en ik dus ook moesten op
vrijwel alle fronten het onderspit delven. Alleen bij het zwemmen waren er
medailles voor de jeugd, voornamelijk zwemclubleden. Atletiek, vergeet het maar!
En dan nog dus die verschrikkelijke mini-marathon. Nog nooit eerder zo’n stuk
gerend en joggen moest in die tijd nog min of meer worden uitgevonden. Dus 8,2
hele, zware kilometers, direct al steken in de zij, wat pas voorbij ging in
Woltersum ruim drie kilometer verder. Maar toen kon ik eindelijk mijn “renbaan
Stadspark”-tempo (waar met het Wessel Gansfortcollege altijd werd gesport en een drafronde werd
gelopen) op stoom brengen.
De ene na de andere hardloper werd alsnog verschalkt op de
beruchte dijk langs het Eemskanaal waar ogenschijnlijk geen einde aan leek te komen. Dan de Washuisterweg
op en daar nog eens velen ingehaald en een 14e plaats was het resultaat. Eigenlijk
best wel goed voor een junior.
De prijzen werden toen nog op een feestelijke slotavond
uitgereikt door bijvoorbeeld Jan Bols of Theo Koomen. Als je dan als jongeling een
eervolle vermelding krijgt en genoemd wordt “en plein public” door zo’n beroemd
persoon, nou dan glim je van trots. Vanzelfsprekend nam je je direct voor om
volgend jaar te winnen.
Jaar na jaar verstreek, coryfeeën als Kees Venhuizen en
later leeftijdsgenoot Simon Blaauw gooiden elk jaar roet in al mijn aspiraties
om ooit de snelste van de gemeente Ten Boer te worden. Wereldkampioenschap-aspiraties
kende ik allang niet meer. Liefde voor de sport zorgde ervoor, dat je toch
altijd weer aan de start verscheen. Al die “oude” dertigers waren inmiddels
dikke veertigers en nog liepen ze sneller. De verschrikkelijke Jan Helmantel en
Jan Velting, jaar na jaar wisten ze een leuke podiumplaats voor mijn neus weg
te kapen.
Dan is het inmiddels 1989, ruim achttien jaar later en nu
zelf een dertiger. Het is een warme zaterdag in augustus, ruim 25 graden. Eerst
stond er nog een kanoactiviteit op de Sportweek-agenda en natuurlijk lukte het
mij niet, dat ding recht te houden. Een nat pak was dan ook mijn deel. Naar
later leek misschien mijn “redding”.
Lekker afgekoeld verscheen ik nog net op tijd aan de start
van de marathon, waaraan na verloop van tijd ook “buitenlanders” (niet gemeente Ten
Boer–inwoners) aan mee mochten doen. Toch was er nog altijd een apart
klassement voor onze gemeente. Zonder al te veel verwachtingen deed ik ook dit
keer natuurlijk, maar bijna plichtmatig, mijn best en wat schetste mijn
verbazing na afloop. U raadt het al, ik bleek, nog het meest dus tot mijn eigen
verwondering, eindelijk na al die jaren wachten de snelste “Ten Boerster” te
zijn. Het warme weer had bij veel mensen zijn tol geëist, terwijl ik vrijwel
geen hinder ondervond. (Tip: ook wetenschappers adviseren nu, met ervaring van
de Olympische Spelen in Athene en Sidney, om vooraf aan een hardloopwedstrijd
bij warme omstandigheden niet al te veel warming-up te doen om de voeten vooraf
zo lang als mogelijk is goed koel te houden.)
Eerlijkheidshalve moet gezegd worden, dat er van aanwas van
nieuwe talenten al een tijdje geen sprake was en jaarlijkse winnaar Simon Blaauw
al een tijdje geblesseerd en gestopt was. Maar niet getreurd, zoiets komt vaker voor en in de sport telt
elke zege. Later mochten er zelfs nog een achttal zeges, de laatste in 2010, aan
toegevoegd worden. Een alleszins acceptabel aantal, dacht ik. De laatste jaren heeft de
hardloopmanie bij velen van ons toegeslagen. Meer wedstrijden in de provincie
en meer trainingen leveren nog steeds acceptabele resultaten op. En bij mij wordt alles opgeslagen in de computer en wordt
nog steeds alles geanalyseerd. Meten is weten en wie weet ......
Geen opmerkingen:
Een reactie posten