zondag 18 september 2011

Favoriete schaakpartijen - 1.K.Dijkhuizen-H.Sijbring

Onderstaande partij werd in het najaar van 1985 (13 november) in de laatste ronde van het NOSBO-reservekampioenschap gespeeld. Ondergetekende stond op dat moment samen met zes anderen gedeeld vierde met 5 punten en kansrijk op basis van weerstandspunten. Deze groep had een half punt achterstand op nummer drie t.w. Carl Hoekstra. De eerste drie plaatsen gaven recht op promotie naar de Hoofdgroep. Halverwege de avond werd bekend dat Carl waarschijnlijk ging verliezen en een aantal concurrenten inmiddels ook slecht stonden of hadden verloren. Alleen Gerard de Wit wist zijn partij tot winst te voeren. Voor mij betekende het die avond dus gewoon de dood of de gladiolen. Niets kan me beter inspireren.



Waarom één van mijn favoriete partijen? Ogenschijnlijk lijken wit en zwart in de openingsfase tot en met zet 15 inspiratieloos te spelen. Zwart lijkt in elk geval remise te kunnen maken door veld d5 met zijn loper te gaan bezetten. Wit's enige kans om er nog iets van te maken was de verhindering van deze zet.
De laatste tegenstander was H. Sijbring uit Hoogezand, die met zwart speelde. Hier volgt de partij met excuses voor het grote aantal uitroeptekens. Tevens dank aan Albert Prins voor zijn toegevoegde analyses en diagrammen. De partij is ook op zijn site te vinden. Zie link naar Alberts Schaakblog.
 Wit: Klaas Dijkhuizen - Zwart: H. Sijbring
NOSBO-reservekampioenschap
13 november 1985
Londens Systeem




1. d4 1. d4 e6 2. Lf4 Pf6 3. e3 d5 4. Ld3 c6 (c5 is energieker vanzelfsprekend) 5. Pf3 Pbd7 6. c3 Le7 7. Pbd2 b6 (zwart kiest voor een ogenschijnlijk rustige opening en houdt de optie lang of kort rokeren nog even open) 8. De2 Lb7 9. 0-0-0 c5 10. g4 (de eerste speldenprik, nemen betekent het verlies van de korte rokade) c4 [‹10...Pxg4 11.Tdg1 g5 12. Lxg5 Lxg5 13. Pxg5 Dxg5 14. Txg4+/-] 11. Lc2 b5 [11...Pxg4 12. Thg1 Pgf6 13. Txg7+/=] 12. Pe5 Da5 (werpt een blik naar het smakelijke hapje op a2 en tevens bedoeld ter ondersteuning van de opmars op de damevleugel, ook de lange rokade is nu voorbereid) 13. g5 Pe4 (Mogelijk is de komende combinatie hier ook al uitgerekend en dus zelfs 15½ zet lang, maar dat weet ik niet meer zeker. De euforie van de promotie naar de NOSBO-hoofdgroep was belangrijker na afloop.) 14. Pxe4 dxe4 (lijkt logisch, want na Pxe5, Lxe5, dxe4, Lxg7, komt zwart slecht te staan en met Ld5 in aantocht kan er toch niets gebeuren, denkt zwart en de dreigende onweerswolkjes in de verte niet opmerkend.) 15. Pxd7(de paarden zijn nu alle naar het slachthuis en in elk geval blijft de koning nu in het midden) Kxd7

De cruciale stelling is bereikt. Hier begonnen bij mij nu alle alarmbellen te rinkelen. Al het gespeelde volgende is vanaf zet 16 t/m 29 gedurende ruim 40 minuten door de hersenpan gegaan. Talloze zijvarianten waren mogelijk op zet 16-21. Wat te doen bij het niet accepteren van eventuele offers? Continu de situatie op a2 inschatten. Zwart wil immers op dit moment heel graag Ld5 en Kc6 spelen en de zaak is dichtgetimmerd en zeker met een witte pion op d4. Dus om te beginnen moest die er maar af, denk je als witspeler. En hoe dan verder? Pion a2 staat immers ook nog steeds in. Pion d4 naar d5, daar begint het dus mee, die neemt zwart vanzelfsprekend met de loper en speelt vervolgens Kc6. “Wat kan er dan nog mis gaan?”, zal zwart denken? Na d5, Lxd5, Lxe4 lijkt het zo logisch om Kc6 te spelen, dat menig grootmeester hetzelfde zou hebben gedaan. Er lijkt nog steeds geen onweerswolkje in de verste verten te bekennen. Zou ik er nog een offer tegenaan gooien, denk je dan al snel. Eerst Lxd5 is geen optie en dus eens kijken naar Txd5. Vanzelfsprekend moet die genomen worden en dan? Ook Lxd5 er nog tegenaan? Wat te doen als zwart de kwaliteit gewoon teruggeeft? Welk schaakje eerst? De allermoeilijkste zetten in de vooruitberekeningen vinden op zet 19, 21 en nog verderop zet 24.

Weinig zwartspelers zullen bevroed hebben wat er mogelijk zou kunnen dreigen. Verwonderlijk voor mij was met name dat zwart bij geen enkele zet van de vooruitberekening afweek. Mocht hij dat wel gedaan hebben dan zou hij volgens mijn inschatting vooraf eveneens in verliezende stellingen terecht komen.
16. d5! Lxd5 (min of meer verplicht)[Fritz de computer zegt echter gelijkstaand na 16...exd5!? 17. Lxe4 Ke8=] 17. Lxe4+/- Kc6 (de laatste kans om b.v. Tad8 te spelen, maar dat verliest ook na Lxd5, exd5, Txd5†, Kc6, e4!)
18. Txd5!!
18. ...exd5 19. Lxd5+! Kxd5 (na Kb6, Lxa8, Txa8 en wit heeft kansrijke stelling met pion voorsprong. Gelukkig denkt zwart, dat het onweer over zijn hoogtepunt heen is, niet beseffend dat het vuurwerk is en dat er dan altijd een enorm klapstuk tot slot komt.)
20.Td1+!(vanzelfsprekend moest ook Df3 beoordeeld worden, maar ook hier geldt weer de afkorting ERET –Eerst Rotzooi Erbij Trekken)  Kc5 21. Td7!! (zoals gezegd was dit in de vooruitberekeningen ongelooflijk moeilijk te vinden op zet 15. Talloze varianten zijn nu mogelijk, maar lopen allemaal uit op verlies door mat op b7 of d5 of een verloren eindspel. En weer kiest zwart voor de ogenschijnlijk meest menselijke zet – hoe kan hij bevroeden wat hem nog boven het hoofd hangt - en mij daarmee de kans gevend mijn mooiste offerreeks, langste combinatie en vooruit berekende zettenreeks te voltooien. Bedankt heer Sijbring. 21. ...Dxa2!?


21. ...Dxa2?? [21...Thd8 22.Txe7 Tac8+-] 22. b4+!!
[22.Df3 Thb8 23. Lc7 Da1+ 24. Kc2 Ld6 25. Df5+ Kc6 26. Txd6+ Kb7 27. Dxb5+ Kc8 28. Dd7+ Kb7 29. Ld8#] 22...cxb3(verplicht) 23. Tc7+ Kb6(ook Kd5 loopt mat) 24. Tb7+!

24...Kxb7 Afleiding van b5 25. Dxb5+ Kc8(uit bewondering speelde Sijbring het tot het bittere eind uit) 26. Dc6+ Kd8 27. Lc7+ Kc8 28. Lb6+ Kb8 29. Dc7# 1-0 (wat een mooie slotstelling toch met ook de zwarte dame op a2, die klaar staat om mat te geven.  Lf4 is onlangs alsnog geridderd voor zijn heldenrol in deze partij).

De “schoonheidscommissie” van destijds had als commentaar, “dat wit wel een paar aanwijsbare schoonheidsfoutjes van zwart nodig had” (die heb je altijd nodig om tot winst te komen, maar wie ben ik) en koos voor een huiskamerstudie van Michiel Riemens, die in een Siciliaan Polee wist te verschalken.
Pionoffer, Torenoffer, pionoffer, Torenoffer. 100% vooruitberekende 26 witte en zwarte zetten. Alleen grootheden als Aljechin, Kasparov, Topalov ken ik van dergelijke offercombinaties en lange zettenreeksen en toch nog geen schoonheidsprijs. Onze grote filosoof Johan Cruijff zei al: “je ziet het pas als je het door hebt.” Kortom, bovenstaande partij is een kunstwerk, toch?


[Event "Noordelijke Schaakbond Res.groep 1985"] [Site "Groningen, NL"] [Date "1985.11.13"] [Round "9"] [White "Dijkhuizen, Klaas"] [Black "Sijbring, Henk"] [Result "1-0"] 1. d4 e6 2. Bf4 Nf6 3. e3 d5 4. Bd3 c6 5. Nf3 Nbd7 6. c3 Be7 7. Nbd2 b6 8. Qe2 Bb7 9. O-O-O c5 10. g4 c4 11. Bc2 b5 12. Ne5 Qa5 13. g5 Ne4 {Mogelijk is de komende combinatie hier ook al uitgerekend en dus zelfs 15½ zet lang, maar dat weet ik niet meer zeker. De euforie van de promotie naar de NOSBO-hoofdgroep was belangrijker na afloop}14. Nxe4 dxe4 15. Nxd7 Kxd7 {De cruciale stelling is bereikt. Hier begonnen bij mij nu alle alarmbellen te rinkelen. Al het gespeelde volgende is vanaf zet 16 t/m 29 gedurende ruim 40 minuten door de hersenpan gegaan. Talloze zijvarianten waren mogelijk op zet 16-21. Wat te doen bij het niet accepteren van eventuele offers? Continu de situatie op a2 inschatten. Zwart wil immers op dit moment heel graag Ld5 en Kc6 spelen en de zaak is dichtgetimmerd en zeker met een witte pion op d4. Dus om te beginnen moest die er maar af, denk je als witspeler. En hoe dan verder? Pion a2 staat immers ook nog steeds in. Pion d4 naar d5, daar begint het dus mee, die neemt zwart vanzelfsprekend met de loper en speelt vervolgens Kc6. “Wat kan er dan nog mis gaan?”, zal zwart denken? Na d5, Lxd5, Lxe4 lijkt het zo logisch om Kc6 te spelen, dat menig grootmeester hetzelfde zou hebben gedaan. Er lijkt nog steeds geen onweerswolkje in de verste verten te bekennen. Zou ik er nog een offer tegenaan gooien, denk je dan al snel. Eerst Lxd5 is geen optie en dus eens kijken naar Txd5. Vanzelfsprekend moet die genomen worden en dan? Ook Lxd5 er nog tegenaan? Wat te doen als zwart de kwaliteit gewoon teruggeeft? Welk schaakje eerst? De allermoeilijkste zetten in de vooruitberekeningen vinden op zet 19, 21 en nog verderop zet 24. Weinig zwartspelers zullen bevroed hebben wat er mogelijk zou kunnen dreigen. Verwonderlijk voor mij was met name dat zwart bij geen enkele zet van de vooruitberekening afweek. Mocht hij dat wel gedaan hebben dan zou hij volgens mijn inschatting vooraf eveneens in verliezende stellingen terecht komen.}16. d5 Bxd5 17. Bxe4 Kc6 18. Rxd5 exd5 19. Bxd5+ Kxd5 20. Rd1+ Kc5 21. Rd7 {Zoals gezegd was dit in de vooruitberekeningen ongelooflijk moeilijk te vinden op zet 15. Talloze varianten zijn nu mogelijk, maar lopen allemaal uit op verlies door mat op b7 of d5 of een verloren eindspel. En weer kiest zwart voor de ogenschijnlijk meest menselijke zet – hoe kan hij bevroeden wat hem nog boven het hoofd hangt - en mij daarmee de kans gevend mijn mooiste offerreeks, langste combinatie en vooruit berekende zettenreeks te voltooien. Bedankt heer Sijbring.} Qxa2 22. b4+ {Dit zou voor menig zwartspeler een totale verrassing geweest zijn. In elk geval voor mijn tegenstander. Hij wint een pion met matdreiging. Maar er volgt nog een kleine verrassing op zet 24.} cxb3 23. Rc7+ Kb6 24. Rb7+ Kxb7 25. Qxb5+ Kc8 26. Qc6+ Kd8 27. Bc7+ Kc8 28. Bb6+ Kb8 29. Qc7# 1-0 {Wat een slotstelling.}

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Eenrichtingsverkeer bij Omlandia 1 tegen ZNC

  Keeperswisseling Zaterdag 14 december. Het is de zoveelste kille en grijze decemberdag. Later ook nog een miezerige dag. De laatste offici...