Gelijkspel tegen Lewenborg
Mocht de Schaakclub Ten Boer nog aspiraties hebben om mee te doen aan het kampioenschap dan kunnen deze na gisteravond 15 januari danig worden teruggeschroefd. Thuis tegen Lewenborg werd in de vijfde ronde een verrassend en teleurstellend gelijkspel geboekt.
Het team mag het zich zelf enigszins aanrekenen, dat het zover kwam. Na ruim twee uur spelen stond het namelijk 3-1 en aan de andere vier borden stonden ogenschijnlijk kansrijke stellingen op het bord.
Als eerste was Harm Buter klaar aan bord acht. Hij bekroonde in een beheerste en goed gespeelde partij tegen Souhoka met fraai stukkenspel (torens en dame) een aanval over de koningsvleugel met doorbraak over de g-lijn. Aan bord 7 ook al een mooi resultaat al leek dat in eerste instantie een moeizaam geworstel te worden. Martin Berends loste tegen Rodney Bons keurig alle moeilijkheden op en wist zelfs plotsklaps zijn tegenstander mat te zetten. Dat was 2-0, een geweldige start.
Toen was aan Albert aan bord 5 aan de beurt en ook hier remise in een stelling waarin juist de winst voor hem in zicht was. Zie ook zijn eigen blogverslag (link hiernaast). Beide remises dus dure remises, zo bleek achteraf. Tussenstand 3-1 voor Ten Boer.
Dan opeens de eerste tegenslag. Topscorer Alfred Rodenboog verliest tegen Jan Schut. En het wordt eentonig, ook hier leek Ten Boer zonder al te groot gevaar op winst af te stevenen met een opmars van de vrije a-pion. Als de toren maar op de achterste lijn zou blijven en juist dat liet Alfred later achterwege en betekende het begin van het einde. Weer duur puntverlies zo bleek achteraf.
Aan bord 1 uw blogger met zwart tegen Roy Bons in een Caro Kann. Voor de toeschouwer leek deze een gevaarlijke opmars op de koningsvleugel te lanceren, maar het ziet er gevaarlijker voor zwart uit dan het is. Immers, een opmars is lang, kost tijd en ontwikkeling van de achterblijvende stukken. Napoleon in Rusland wist later ook wat dit inhoudt.
In onze partij offerde Bons ook nog een paard op d5 wat er dreigend uitzag, maar niet goed bleek te zijn. Daarbij kwamen de eerder genoemde minpunten van wit zijn stelling en alle tezamen werden deze hem fataal. Daarmee was de stand 4-2 en het halfje voor de winst zou van Jan Pilon of Piet Beetsma moeten komen. Ogenschijnlijk nog niets aan de hand, want beiden hadden stellingen met mogelijkheden.
Piet's koning legt als laatste het loodje |
Toch ging het mis. Jan weet de oplossing niet te vinden in een kansrijke koningsaanval, verliest een toren en daarmee de partij.
Piet zit aan bord 2 in een superingewikkelde stelling. Pas bij het ochtendgloren dacht ik de oplossing naar mogelijke winst gevonden te hebben, hetgeen bij nadere analyse falikant fout bleek te zijn. Kil en snel beschouwde de computer de stelling van Piet als helemaal verloren. Piet besliste ook anders en met een veelheid aan "in"staande stukken aan zijn kant ging ook deze partij verloren en werd het dus nog 4-4.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten