woensdag 22 juli 2015

Het meisje in de trein

Engel

Afbeeldingsresultaat voor meisje in de trein
Meisje in trein  (bron: HPDeTijd)
"Kan ik hier plaatsnemen?" De vraag kwam van een zojuist de coupé binnengestapte jonge medepassagiere. Vanzelfsprekend kon ik daar geen bezwaar tegen hebben. Wel enigszins verrast door het verzoek, want het merendeel van de coupé was niet of nauwelijks bezet. "Een niet onprettig gezicht", flitste het nog door me heen.

Achteraf bleek deze zondag 3 augustus de warmste dag van augustus 1986 te zijn geweest, misschien wel van het jaar zelfs. Het was daardoor klam en heet in de trein. Een klein half uur daarvoor was ik 's middags in Groningen ingestapt. Op weg naar Schiphol waar ik samen met een oude kennis verder zou reizen. Eerst de stoptrein en dan overstappen in Amersfoort. Een week Ibiza zou mijn welkome vakantiebestemming van het jaar zijn. Tenminste, dat dacht ik vooraf deze zondag.

In Beilen was zij ingestapt. Ik verzonk, na mijn vermoedelijke licht aarzelende toestemming op haar vraag en mijzelf kennende, weer in mijn literatuur. Ook aan de overkant werd even later een boek gepakt. Vanuit mijn ooghoeken zag ik 'Een vlucht regenwulpen' tevoorschijn komen. Het bekendste boek van Maarten 't Hart. Lichtelijk begon de hartslag toe te nemen.

Allereerst was er het aangename feit, dat ik iemand tegenover me had zitten met één van mijn hobby's t.w. lezen. Ook leek mijn mede-reiziger wel een prettige en sympathieke persoonlijkheid. Daarnaast, hoewel ik de inhoud van het boek en de inmiddels gemaakte verfilming ervan niet gelezen of gezien gehad, kende ik wel in grote lijnen de hoofdpersoon van het verhaal en de verdere globale inhoud. Ze kon niet weten hoeveel frappante overeenkomsten er op bepaalde punten er waren tussen diezelfde hoofdpersoon en mij. Zwijgend werd desondanks in eerste instantie de reis vervolgd.

De stoptrein vervolgde, soms licht heen en weer wiegend en met het regelmatige gebonk van de rails, zijn weg. Uit mijn ooghoeken ging af en toe een blik naar mijn rustig, lezende overbuurvrouw.

Anderhalf uur


Afbeeldingsresultaat voor pepermuntjes

Plotseling werd door haar me een pepermunt aangeboden. Dit spontane en genereuze aanbod kon ik natuurlijk moeilijk afstaan. Alweer wist ze me te verrassen.

Dodelijk verlegen was ik, hoewel al 29, in het bijzijn van het andere geslacht. Vooral als ze mijn interesse hadden getrokken. Altijd maar weer dat gevoelsmatige donkerrood kleurende blozende hoofd. Dichtklappend, soms licht zwetend en mezelf ondertussen in gedachten de ene verwensing na de andere toeslingerend. Totale blokkade en volledige passiviteit was het elke keer weer.
Ik haatte het. Je komt er namelijk niet zo ver mee. De ´het-ijs-brekende´ openingszinnen en grapjes kwamen vaak als ze weer uit beeld waren.

"Zeg toch iets zinnigs. Kom op! Kom op!!" schreeuwt de hersenpan in dit soort situaties voortdurend en hier zijn nog vele andere gedachtespinsels aan toe te voegen. Maar niets van dit alles, altijd was ik sprakeloos en dat al jarenlang. Het lukte me gewoon niet. Ja, als de ander het initiatief nam tot een gesprek, dan kwam ik wel los. Die momenten waren echter zeldzaam.

Altijd hetzelfde beeld en nagenoeg altijd in het bijzijn van een in mijn ogen boeiende, vrouwelijke persoonlijkheid. Supermooi hoefden ze niet voor me te zijn. Sterretjes in de ogen moesten ze wel hebben, een beetje humor, belangstelling over en weer en een onweerstaanbare glimlach. Dat was genoeg. Maar eerst, het o zo gewenste eerste contact.

Het aanwezige, lichte zweet kon je dit keer gelukkig wijten aan het toch al klamme weer. Misschien kwam daarom toch met enige aarzeling iets gemakkelijker dan anders een gesprek op gang. Wat een pepermunt al niet kan doen.

Ze was op weg naar Den Haag, waar ze woonde en werkte in de verplegingssector. Het weekend had ze doorgebracht bij haar ouders in Hooghalen. Mijn werk op een accountantskantoor passeerde de revue, mijn woonplaats, vakantiebestemming, hobby, sport en interesses. We bleven praten. Aan één stuk door.
Ik moest toch ook echt eens een boek van Maarten 't Hart lezen. Het was zo'n goede schrijver. Over koetjes en kalfjes hadden we het. Andere diverse onderwerpen passeerden de revue.
Of we elkaar al jaren kenden. Amersfoort, waar ik moest overstappen, mocht op dat moment op 3000 km liggen, maar de kille werkelijkheid was dat het op hooguit een dikke anderhalf uur sporen van Beilen lag. De minuten tikten langzaam maar zeker weg. Waren het maar uren dit keer.

De vraag

De treinreis kon me dus niet lang genoeg duren. Ik had opeens door, dat er een engel tegenover me zat, die ik inmiddels een klein uur kende. De hartslag ging onder meer vanwege de tijdsdruk omhoog. Net als de trein ook enigszins bonkend, want na een kleine anderhalf uur zou ons gesprek vermoedelijk ten einde komen. Of was er nog een ander scenario?

Toen toch maar na verloop van tijd ook 'de vraag' gesteld. Amersfoort naderde immers onverbiddelijk. De vraag, waar je tegenop zag, omdat je het vermoedelijke antwoord al denkt te weten. De vraag of ze een relatie had.

Even leek het of ze met enige tegenzin het antwoord gaf. Dit keer een ogenschijnlijke lichte aarzeling van haar kant. Misschien was het ook wel verbeelding mijnerzijds. Even leken de ogen bij het antwoord af te wenden, maar misschien was het ook hier de wens de vader van de gedachte.

Het antwoord was bevestigend. Ik viel vrijwel direct stil. We vielen eigenlijk beide stil. Ook wist ik haar naam nog niet. Tijd had ik nodig om na te denken, misschien had zij ook tijd nodig om na te denken, maar .... we hadden geen tijd meer. En ik blokkeerde na het antwoord weer eens totaal. Ik was het spoor even volledig bijster.
Station Amersfoort
Amersfoort naderde. Hoe graag had ik dit keer door willen reizen naar Den Haag? Alles in mij schreeuwde om dit scenario. De trein stopte. Ik moest letterlijk en figuurlijk mijn biezen pakken en afscheid nemen. Mijn engel wenste me nog een goede vakantie. Wat anders te zeggen? Ik stapte uit. Met grote tegenzin, dat wel.

Op het perron kruisten onze blikken elkaar nog één keer. 't Liefst was ik weer de trein ingerend. Ik deed het niet, vastgeklemd in het tijdschema van die dag. De trein zette zich weer in beweging en langzaam verdween ze uit beeld. Net zoals engelen altijd maar kortstondig aanwezig zijn. Aan de mooiste treinreis van mijn leven was een einde gekomen.

Ibiza was veel te heet en knap waardeloos dat jaar. Geef mij maar de trein.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Dramatisch Omlandia 1 door Holwierde van de mat geblazen

'Opvreten'  Zaterdag 20 april. De opwarming van de aarde lijkt ten einde, want het is de zoveelste buiïge en frisse aprildag. Sneeuw...